If you see something and you think it’s broken you build a patch and fix it. This is one way to tackle the big brother society.

Deze week heb ik me weer opgewonden over “de groene en eerlijke pc“, een initiatief van een aantal organisaties (o.a. hetkanwel.nl en tijdschrift ODE) die zich presenteren als wereldverbeteraars, maar die zich vervolgens voor het karretje laten spannen van Microsoft en die vrije software (open source) volledig negeren. Nou ja niet volledig, want ze “gebruiken” voor hun website wel WordPress en dat is ook open source..

Als er organisaties zouden zijn die zich als eersten achter vrije software zouden moeten scharen, dan zijn het wel dit soort instellingen, maar die laten het dus afweten. Ook zij zitten ingebed in het kapitalistisch systeem en houden ondertussen de schijn op, want er is nu eenmaal markt voor “groen, eerlijk en duurzaam”

Hetzelfde geldt voor de overheid. Alle mooie woorden ten spijt over open source en standaarden, is er van invoering nog niks terecht gekomen. Sterker nog, diezelfde overheid komt nu met nieuwe inkoopregels, waarbij open source benadeeld wordt. Ook bij de overheid spelen lobby’s van grote bedrijven een enorme rol.

Draconische copyrightwetgeving (inmiddels tot 70 jaar na dood van de maker) en andere wetgeving rondom zogenaamd “intellectueel eigendom” zijn allemaal tot stand gekomen onder druk van multinationals en er wordt grof geld aan verdiend. Niet zozeer door de makers en bedenkers, maar vooral door tussenpersonen, zoals platenmaatschappijen en bedrijven die medicijnen patenteren. Stichtingen als Buma en Brein proberen onder het mom van de bescherming van de makers via rechtszaken en het lobbyen bij de overheid, de vrijheid op Internet en onze privacy kapot te maken. In feite zijn dit vooral ordinaire lobby-clubjes voor de grote platenmaatschappijen en uitgevers.

Als je je een beetje verdiept in dat soort zaken, is het behoorlijk deprimerend, maar gelukkig is er ook een steeds sterker wordende tegenbeweging die rechtstreeks ingaat tegen dit misbruik door overheden en “big business”.

Die beweging is begonnen met vrije software. In het begin van software ontwikkeling was alle software vrij: ontwikkelaars deelden ongehinderd hun software code en gebruikten die naar eigen behoefte. Totdat er bedrijven op het onzalige idee kwamen op copyright op software te claimen en dat met succes. Copyright was aanvankelijk bedoeld voor boeken, maar dat is in de loop der tijd uitgebreid naar muziek, andere vormen van kunst en later dus ook software. Dat terwijl software gewoon bestaat uit een verzameling van nullen en enen..

Toen Richard Stallman dat zag, startte hij een omgekeerde beweging. Niet copyright, maar copyleft. Hij vond dat mensen moesten kunnen weten wat software doet, in plaats van dat hun computer of printer of telefoon zou verworden tot een “black box”, waarbij alleen de software ontwikkelaar de touwtjes in handen heeft. Hij ontwikkelde daarvoor aparte licenties, die vooral de gebruikers rechten geven , hij begon met het ontwikkelen van een vrij besturingssysteem en  hij richtte de Free Software Foundation op.

De vrije- en open source software sector is inmiddels heel erg succesvol en vormt een steeds grotere bedreiging voor bedrijven als Microsoft en Apple, die bestaan van het verkopen van licenties voor gesloten software. Natuurlijk hebben Microsoft en Apple nog steeds verreweg de grootste markt in handen voor besturingssystemen, maar er zijn ook gebieden waar vrije software heeft tegengehouden dat er ook maar überhaupt een markt voor gesloten software kon ontstaan.

Zo is WordPress de meest gebruikte blogsoftware, zijn CMS-systemen als Joomla! en Drupal enorm populair, zijn Gnu/Linux en Apache dominant op de servermarkt en groeit het gebruik van Firefox en Open Office. Ik ben er dan ook van overtuigd dat dit een beweging is, die niet te stoppen is en dat gesloten software zijn langste tijd heeft gehad.

Deze beweging is niet ontstaan dankzij bedrijven en ook niet dankzij de overheid. Hij is ontstaan door een erg slimme gast, die erin geslaagd is om heel veel andere slimme gasten mee te krijgen. Deze mensen delen elkaars kennis en  werk, bouwen daarop voort en maken daardoor een steeds beter product. Dat product wordt door steeds meer mensen gebruikt, ook niet-ontwikkelaars en ook zij raken vaak enthousiast. In het begin zijn veel mensen vooral verbaasd dat de software gratis is en het toch prima werkt. Later komen ze vaak steeds meer onder de indruk van wat het delen en hergebruiken van elkaars werk op kan leveren en gaan ze meewerken.

Bijvoorbeeld door het schrijven van handleidingen, het ontwikkelen van artwork, het melden van bugs, het doorgeven van wensen, het geven van presentaties, het promoten van vrije software op blogs, het organiseren van bijeenkomsten, etc. In tegenstelling tot wat veel mensen denken gaat het bij vrije software niet alleen maar om “liefdwerk, oud papier”, maar werken er ook grote bedrijven aan mee, zoals RedHat, Canonical (Ubuntu) en bijvoorbeeld Aquia (Drupal). Ook kleinere bedrijven zoals bijvoorbeeld in eigen huis Mingos richten zich op het ondersteunen van vrije software voor bedrijven en particulieren.  Er wordt dus geen geld verdiend met het verkopen van software, maar wel met het leveren van ondersteuning.

Wat dit voor mij duidelijk heeft gemaakt is dat mensen zelf de touwtjes in handen kunnen nemen en onafhankelijk van de overheid of grote bedrijven samen heel veel kunnen als ze bereid zijn om kennis te delen en die niet te claimen en op te sluiten, ook al geeft de wet daar de mogelijkheid toe. Het is voor ons en door ons en verder hebben we niemand nodig..

Ook anderen zijn geïnspireerd door de vrije software beweging; zo startte Lawrence Lessig de Free Culture beweging (Creative Commons), waarbij creatief werk op dezelfde manier kan worden gedeeld als software en natuurlijk de open encyclopedie Wikipedia van Jimmy  Wales. Ook mensen die niks weten van vrije software begint het op te vallen dat de copyrightwetgeving toch wel erg irritant is als het gaat om  het delen en remixen van cultureel werk.  Zo mag je niet eens een filmpje op YouTube zetten waarop je kind “Happy Birthday to you” zingt omdat dat lied onder het copyright van Warner valt..

Steeds meer mensen ergeren zich aan de kruistochten van Brein, die zogenaamd uit naam van de makers probeert om websites, zoals de Pirate Bay waar mensen bestanden met elkaar delen, ontoegankelijk te maken en daarmee het Internet te censureren.  Het is een bij voorbaat verloren strijd, maar toch kan die veel mensen veel ergernis en ook geld kosten. Zo heeft een rechter deze week uitgesproken dat providers The Pirate Bay niet hoeven te blokkeren en dat ze eerst maar moeten proberen om individuele gebruikers te vervolgen. Ziggo heeft in die rechtzaak al gezegd dat ze best bereid zijn om de NAW-gegevens van hun abonnees die The Pirate Bay gebruiken door te geven aan Brein.

Ik vind dat wat je doet op het Internet privé hoort te zijn; dit zou net als het briefgeheim geregeld moeten zijn in de Grondwet. Niemand heeft er iets mee te maken wat je in je eigen huis of op je eigen computer doet, tenzij er een gegronde verdenking is van strafbare feiten. Dan moet dat doorgegeven worden aan de politie en dan kunnen die een onderzoek starten. Het doorgeven van NAW-gegevens door providers aan private organisaties zoals Brein en Buma is een schandalige schending van de privacy en van de mensenrechten en de wetgever zou hier tegen op moeten treden..

De wetgever doet dat niet en kiest eerder de kant van de multinationals. Daarom is het ook goed en noodzakelijk dat er nu initiatieven zijn als:

Wikileaks:

Hier kunnen mensen (klokkenluiders) anoniem informatie vrijgeven.

BigWobber:

Een Nederlands initatief van journalist Brenno de Winter om actief gebruik te maken van de mogelijkheden van de Wet Openbaarheid van Bestuur.

The Pirate Party:

The Pirate Party is ontstaan in Zweden en heeft inmiddels ook zitting in het Europees Parlement. De Zweedse Piratenpartij is geweldig bezig. Zo hebben ze besloten om de website van The Pirate Bay te hosten via het Zweedse Parlement. Parlementsleden genieten onschendbaarheid en daardoor hopen ze een veilige haven aan The Pirate Bay te kunnen bieden. Ook gaan ze nu een eigen Internet Provider oprichten, die de gebruikers anonimiteit garandeert. Het motto is ontleend aan de vrije software en hackers beweging:

“If you see something and you think it’s broken you build a patch and fix it. This is one way to tackle the big brother society.”

De Zweedse Piratenpartij gebruikt dus het systeem om ons te beschermen tegen de overheid en de grote bedrijven. Triest dat het zo moet, maar als dat de manier is, dan moet het maar zo.

The Pirate Party is inmiddels uitgegroeid tot een grote internationale beweging en ook in Nederland inmiddels een Piraten Partij actief, die het helaas bij de afgelopen verkiezingen nog niet heeft gehaald..

Maar goed; dit zijn maar een paar voorbeelden en er zijn er veel meer, maar wat ik mij afvraag  of ik mij nog langer druk moet maken over hypocriete zaken en organisaties of zijn deze zo goed als verleden tijd en kan ik me beter kan richten op de tegenbeweging. Ik denk zelf vooral het laatste, maar wat doe of vind jij?

4 reakties

  1. 1 ReinoutS:

    Hoi Catharina,

    Kom je volgende week een Free Software-feestje meevieren? GUADEC vindt plaats in Den Haag. Registreren op http://www.guadec.org. Tot dan!

  2. 1 rolfman:

    Wat een goed artikel! Ik hoop dat open source snel voor iedereen normaal wordt, vooral voor de jeugd.
    De Politiek zou nu kunnen doen wat hier boven staat!

    applause

  3. 1 Werner:

    Organisaties zoals Brein zijn helaas nog lang geen verleden tijd, vrees ik, en ik denk dan ook dat het goed is om er aandacht aan te blijven besteden (lees: er op in te hakken). Maar niet als hoofddoel, want de copieerrestrictie’s op software vormen geen bedreiging voor de vrije software-beweging. Patenten doen dat wel. De vrije software beweging heeft zich dan ook nooit ten doel gesteld om zich bezig te houden met (het bevrijden van) onvrije software, maar wilde gewoon helemaal opnieuw beginnen en de proprietaire software-beweging zag het met lede ogen aan. Uiteindelijk voelde ze zich te kakke gezet en zijn toen in hun wanhoop maar met softwarepatenten gaan smijten. Tegenwoordig zijn, zoals bekend, deze patenten niet alleen een blok aan de been voor vrije software ontwikkelaars, maar ook voor alle alle andere ontwikkelaars.
    Dus, minder aandacht voor de proprietaire software en muziek (de auteurs ervan hebben er immers zelf voor gekozen om hun werk proprietair te maken), en meer aandacht voor patenten, want die hinderen de vrije software beweging.

  4. 1 Catharina:

    @Reinout – Dank, maar zit er waarschijnlijk niet in.

    @Rolfman – dank voor het applaus 🙂

    @Werner – het gaat mij vooral om de bedreiging van privacy en om censuur en netneutraliteit en niet zozeer om copyright; dat moet iedereen maar voor zichzelf weten.

  5. RSS RSS feed voor reakties op dit bericht.

Plaats een reaktie

Reaktie

Jij

 


Lees meer:

«
»


© Kletskous
Creative Commons License
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing.
(Op foto''s en andere non-tekstbestanden zit copyright van de respectievelijke eigenaars)